Door het coronavirus zijn we natuurlijk voorlopig nog wel even aan huis gekluisterd, maar droom jij toch alvast over komende vakanties? Denk je erover om voor het eerst op skivakantie te gaan, dan is een vraag die al snel volgt: ga je dan skiën of snowboarden? Beide sneeuwsporten zijn geweldig om te doen en hebben zowel voor- als nadelen voor beginners. In dit artikel zet ik de belangrijkste punten voor je op een rijtje, zodat je goed kunt kiezen.
Skiën leren gaat de eerste dagen gemakkelijker
Wanneer je voor het eerst op ski’s staat, is het even wennen aan die lange latten onder je voeten. Maar tijdens de skiles is alles zo ingericht dat je hier vrij snel aan went. Door middel van diverse oefeningen, maak je al rap je eerste voorzichtige afdaling op de oefenweide. Natuurlijk doen je benen niet altijd wat jij wilt en gaat het ene been soms de verkeerde kant op, maar je zult merken dat je niet echt vaak zult vallen de eerste dagen op de ski’s. De meeste mensen vallen zelfs helemaal niet en op de eerste dag kom je al in Pflug gecontroleerd naar beneden van een kleine helling. Dat is met snowboarden wel anders…
Als snowboarder lig je in het begin veel in de sneeuw
Wie wil leren snowboarden heeft de eerste twee, drie dagen veel doorzettingsvermogen nodig. Doordat je met beide benen vaststaat op het board, dien je vanaf het begin vooral te oefenen op je balans. En dat valt zeker niet mee. Je balanceert op je hakken of je tenen, waardoor je veelvuldig zult vallen. Polsbeschermers en een speciaal broekje om de klappen op te vangen zijn dus geen overbodige luxe, want je zult veel in de sneeuw liggen. Toch zal je merken dat je ineens de ‘schwung’ te pakken hebt en je evenwicht kan bewaren. Dan begin je voorzichtig met het maken van bochtjes. Je valt nog steeds regelmatig, maar dat wordt steeds minder. Bij de één komt dit moment aan het einde van de eerste dag, de ander op dag twee, drie of wanneer je ‘pech’ hebt nog iets later. Maar als je eenmaal gaat, dan gaat het leren heel snel!
Goed en technisch leren skiën duurt langer
Het leren skiën kent vele fases. Nadat je eerst bochten in ‘Pflug’ (ook wel pizzapunt) hebt geleerd, begin je daarna met de ski’s parallel brengen na de bocht. De volgende stap is helemaal parallel leren skiën in lange bochten en kortere bochten. Je leert de juiste stokinzet en het krijgen van een ritme. En hoewel je na een week skiën meestal prima van een blauwe (de makkelijkste) piste komt, ben je nog lang niet klaar met leren. Voordat je met korte gecontroleerde bochten van de moeilijkste zwarte piste komt of carvend op de blauwe piste, ben je heel wat weken skiles verder. Voordeel is dat je niet snel uitgeleerd bent op de lange latten en je elke skivakantie voor nieuwe uitdagingen staat.
Leren snowboarden gaat na de eerste fase rap
Wanneer je de eerste fase met vallen en opstaan hebt overwonnen, zal je merken dat het leren snowboarden snel en relatief gemakkelijk gaat. Heb je het bochten maken onder de knie, dan kun je al vrij snel van veel verschillende pistes af. De reden hiervoor is dat je je snelheid gemakkelijk onder controle houdt doordat je dwars op de helling staat. De uitdaging wordt nu om de bochten aan elkaar te gaan rijgen, zodat je in een mooi ritme de berg afkomt. We spreken dan nog van ‘geslipte bochten’. Heb je dit allemaal onder de knie en kom je elke piste wel af, dan is het tijd om te leren carven. Hierbij zet je je snowboard niet meer plat op de sneeuw, maar snijd je alle bochten op de kant van je snowboard. Dit is een techniek die wederom veel oefening vraagt en zeker niet alle snowboarders komen tot dit niveau.
Skiën of snowboarden: wat is leuker?
Op deze vraag kun je alleen zelf antwoord geven. Persoonlijk sta ik zowel op ski’s als op een snowboard en geniet enorm van allebei. Snowboarden is wellicht wat speelser, maar in de lift een stuk lastiger. In een stoeltjeslift, zit je bijvoorbeeld altijd scheef. Ook kan het overbruggen van vlakke stukken in de piste wat lastig zijn op een snowboard. Op ski’s sta je stabieler, maar moet je wel altijd zorgen voor een perfecte samenwerking tussen benen onderling en je armen. De skistokken kunnen goed van pas komen op vlakke stukken, maar tijdens het snowboarden heb je je armen en handen lekker vrij. Kortom, het is echt een persoonlijke keuze. Ga vooral voor wat je leuker lijkt!
Keuze maken voor skiën óf snowboarden, probeer niet beide
Ga je eenmaal per jaar op skivakantie, dan raad ik je aan om voor skiën óf snowboarden te kiezen en niet voor beide. Op die manier heb je focus en leer je sneller. De bewegingen en technieken verschillen toch best van elkaar en doe je het beide, dan vertraagt dit het leerproces. Sommige mensen beweren dat eerst leren skiën en daarna pas snowboarden beter is, maar dat voordeel zie ik niet. Het is beter je echt toe te leggen op één van beide sporten, tenzij je echt veel tijd in de sneeuw te vinden bent. Vind je het lastig kiezen, dan kun je altijd beide sporten een keer proberen in een sneeuwhal voor je op skivakantie gaat.
Geen verschil in prijs
Een snowboarduitrusting (board, schoenen en bindingen), zijn vergelijkbaar qua prijs met een ski-uitrusting (ski’s, stokken en schoenen). Voor een beginnersset moet je hier al snel € 400 tot € 500 voor rekenen. Echter is het aan te raden in het begin je uitrusting te huren. Vervolgens als eerste schoenen aan te schaffen en eventueel daarna ook een eigen board en/of ski’s. Voor beide sporten heb je daarnaast natuurlijk kleding nodig, handschoenen, een helm en een skibril. Al met al is prijs dus geen argument om voor het één of het ander te kiezen.