Duizenden mensen gaan ieder jaar weer met de auto op skivakantie naar hun winterse bestemming. De auto is veruit het populairste vervoersmiddel en dat is niet zo vreemd, je kunt alles opbergen en je bent onafhankelijk van andere partijen (los van andere weggebruikers). Ondanks de flexibiliteit en het comfort van de auto is het heel belangrijk om goed voorbereid op reis te gaan. Onderweg kun je veel wisselende weersituaties meemaken en het is dus fijn om overal op voorbereid te zijn. Daarom lees je in dit blog wat je wel en niet moet doen als je met de auto op skivakantie gaat.
Wel: genoeg ruitensproeiervloeistof meenemen
Het lijkt heel logisch, maar het komt vaak genoeg voor dat automobilisten vergeten hun ruitensproeiervloeistof bij te vullen. Door het vele zout op de snelwegen raakt bij vochtig wegdek je autoruit veel sneller vies. Je spuit dan automatisch veel meer vloeistof. Het is dus handig om een jerrycan of lege fles mee te nemen met wat extra vloeistof. Handig: koop ruitersproeiervloeistof met antivries (minimaal -20) en ga natuurlijk ook met goede ruitenwissers op pad.
Wel: neem kaarsjes en fleecedekens mee
Als je op skivakantie gaat moet je altijd rekening houden met extreme winterse omstandigheden. IJzel, hevige sneeuwval en lage temperaturen komen vaak voor. In het ergste geval kan er tijdens deze winterse omstandigheden iets stuk gaan aan de auto. Om hier goed op voorbereid te zijn moet je een kaarsje meenemen (met aansteker) en een fleecedeken, zodat je warm blijft. Het handigste is om voor iedere passagier er één mee te nemen.
Wel: controleer vooraf de bandenspanning en het oliepeil
Het is altijd handig om de auto te controleren voordat je wegrijdt. Even met de auto naar het benzinestation en de bandenspanning controleren. Je kunt met het apparaat dat daar aanwezig is niet alleen controleren maar indien nodig ook bijvullen. Thuis kun je het oliepeil controleren, ook deze moet je indien nodig even bijvullen. Als dit niet lukt kun je het ook bij de garage laten controleren. Een wintercheck is dan ook een mogelijkheid, dan weet je zeker dat je auto er helemaal klaar voor is.
Wel: ijskrabber en bezempje mee in de auto
Twee andere logische objecten voor mee in de auto op skivakantie, zijn de ijskrabber en het bezempje. Vergeet deze niet! Het gebeurt vaak dat er heel veel sneeuw valt. De auto kan na een avondje slapen bedolven zijn onder de sneeuw, de ochtend daarna moet de sneeuw er weer af. Een bezempje is dan niet onhandig. Mocht je op skivakantie zijn en dit probleem doet zich voor, veeg dan met het bezempje alle sneeuw van de auto af (vergeet het dak niet). Als de sneeuw eraf is kun je gaan krabben om het ijs ervan af te halen. In veel winkels en online webwinkels kun je een krabber met een bezempje eraan kopen.
Wel: een wc-rol, handdoek, handschoenen en een matje meenemen
De toiletten bij tankstations zijn schoon, maar je moet hier wel voor betalen. Op parkeerplaatsen kun je gratis gebruik maken van de toiletten. Neem hierom een wc-rol mee voor het geval dat die op zijn. Neem ook een handdoek, handschoenen en een matje mee voor als de sneeuwkettingen om te banden moeten. Niemand wil namelijk met een vieze broek en/of vieze handen op de bestemming aankomen.
Wel: leg de sneeuwkettingen op een verstandige plek neer in de auto
Plaats de sneeuwkettingen altijd op een plek waar je makkelijk bij komt. Zo heel vaak komt het niet voor dat de sneeuwketting nodig is, mocht het wel zo zijn dan hoef je de auto niet helemaal binnenstebuiten te keren.
Wel: controleer vooraf of alle verplichte items in de auto liggen
Als je op skivakantie gaat met de auto, zijn er enkele items verplicht om bij je te hebben. Denk bijvoorbeeld aan een gevarendriehoek en veiligheidshesjes. Dit is voor het geval dat er iets gebeurt onderweg en je dat duidelijk moet maken aan de medeweggebruikers.
Wel: ruil de normale automat om met een rubberen mat
Voor de normale vloermat is zout, sneeuw en vocht geen pretje. Daarom is het advies om hem even te verwisselen als je naar de sneeuw vertrekt. Alles blijft zo schoon en bij thuiskomt wissel je hem gewoon weer om.
Niet: de navigatie zomaar volgen
Bijna alle bestuurders kunnen niet meer zonder een TomTom of navigatie. Vertrouw deze nooit 100% maar bekijk goed de borden. Er worden ieder jaar aanpassingen gemaakt aan de weg en je weet altijd waar je op dat moment rijdt. Handig is om van tevoren altijd even op Google Maps te kijken voor de route.
Niet: constant remmen als je bergaf gaat
Rijden in de bergen is anders dan op de snelweg of bebouwde kom. Als je afdaalt rolt de auto sneller naar beneden. Rem niet te veel maar laat de auto afremmen op de motor. Als je te veel remt kunnen hierdoor de remmen oververhit raken. Remmen op de motor doe je door terug te schakelen.
Niet: je auto op de handrem zetten op de plaats van bestemming
Als de auto een aantal dagen stil op de handrem staat kan deze bevriezen. Dit is niet bij alle auto’s het geval, dit komt vaker voor bij oude auto’s. Zet hierom de auto altijd in de eerste versnelling en draai de banden een beetje als je bergop geparkeerd staat.